Problemen met Wi-Fi-verbindingen
Als u problemen ondervindt met Wi-Fi-verbindingen, kunt u het volgende doen:
Â
Controleer of de computer of het netwerk waarmee u verbinding wilt maken actief is
en over een basisstation beschikt.
Â
Controleer of u de software op de juiste manier hebt geconfigureerd volgens de
instructies die u bij het basisstation of toegangspunt hebt ontvangen.
67
Hoofdstuk 4
Problemen oplossen
Â
Zorg ervoor dat uw MacBook Pro zich binnen het bereik van het basisstation van
de andere computer of het netwerk bevindt. Elektronische apparaten of metalen
voorwerpen kunnen interferentie veroorzaken met draadloze communicatie,
waardoor het bereik kan afnemen. De ontvangst wordt soms beter wanneer de
computer wordt verplaatst of gedraaid.
Â
Controleer het Wi-Fi-statussymbool (Z) in de menubalk. De signaalsterkte wordt
aangegeven met maximaal vier balkjes. Als geen enkel balkje zwart is, verplaatst u de
computer.
Â
U kunt onlinehulpinformatie zoeken door 'Help' > 'Helpcentrum' te kiezen en
vervolgens te zoeken op "wi-fi" of de handleiding bij het draadloze apparaat lezen
voor meer informatie.